dinsdag 28 augustus 2007

POEZIE-MAIL 6


Offertorium

ik heb jou
met onthaarde benen in een vieze onderbroek zien zitten
op de bank
zien huilen als een domme hond in de middag
getroost om niks om alles om een puist op je bil
ik heb jouw tanden gepoetst jouw kak geroken
en uitvoerig bestudeerd ik heb jou omhelsd omarmd
omhelsd
gekust en omhelsd en voor de storm van jouw redeloos
bang zijn
voor de motregen van jouw reddeloos klein zijn
niet gescholen ik heb frambozenvla gekocht toen je ziek
was
ik heb geen barbi geen maan in een meer
geen lief mooi meisje geen opblaaspop ik heb jou
ik heb jou
lief zoals alleen een echt mens liefgehad kan worden

dus schaam je je en vind je dat je stinkt van heel zijn
en je kunt niet meer gillen met je eigen goddelijk lijf
van de krulspelden in je achterhoofd en ik breng jou
samarkanten offergaven van mirre en wierook
je ruikt de geur van je eigen sokken op maandag
die ik gisteren rook en ik aanbid je
als een mens en je zegt we zien elkaar vaak
te misschien

het valt mij zwaar mijn woede vast te houden


ILJA LEONARD PFEIJFFER

POEZIE-MAIL 5

.

Morgen rijd ik met bedwelmende bloemen naar je toe.
Ik wil niet langer wachten, eindelijk weten hoe
Je bent; de bloemen zullen je verraden.
Als je liefdeloos bent, zullen ze kwijnen en treuren;
Als je kwijnt van verlangen, heviger geuren;
Als je brandt van verlangen, hun knoppen scheuren
En jij in een groot gebaar al je gewaden.


JAN SLAUERHOFF

POEZIE-MAIL 4


Met grote letters

Met grote letters wil ik schrijven:
'Liefde is het hart van het heelal'.
Onzin, iets voor Dante...liefde is
bij elkaar zitten, zwijgen,
willen zeggen wat je al lang
weet en toch niet zeggen kunt,
zuchtend opstaan, heen en weer lopen,
spelen met de voet van een glas.

Weten: ze heeft verdriet en
er niets aan te kunnen doen, angst
zien, onrust, toch blijven waar
je bent, uit het raam kijken,
een hand leggen op een knie,
de klok horen tikken, gekraak
op een vreemde plek in het huis,
samen opruimen iets dat viel.

Denken aan leven, dromend
van een sterfbed met je hand
in dezelfde, die je nu streelt,
mijmerend lopen op een heidepad,
diezelfde vogels weer, overal
ruimte, ademhalen, in grote
ogen kijken en voor altijd weten:
liefde is het hart van het heelal.


GABRIEL SMIT

POEZIE-MAIL 3


Onwetendheid

Vreemd niets te weten, nooit zeker te zijn
van wat waar is, goed of echt
maar steeds te moeten matigen: Zo lijkt het mij,
Tenminste dat vind ik,
Wie weet.

Vreemd zo onwetend over hoe de dingen werken:
hoe ze dat wat ze nodig hebben kunnen vinden,
hoe ze hun vorm en hun precieze zaaitijd weten, bereid verandering te ondergaan.
Ja, het is vreemd

zelfs om zulk weten te bevatten - ons vlees omvat ons immers met zijn eigen wil -
en toch ons hele leven te besteden aan probeersels,
zodat als we beginnen dood te gaan
we geen idee hebben waaraan.

PHILIP LARKIN

POEZIE-MAIL 2


Liefde didactisch

Zij spannen traag hun winterkleren voor de ramen
En sluiten elkaar en het straatlawaai in hun armen.

Zij gaan vanmiddag bloot een groot horloge binnen.
De wijzers zijn zijzelf. Zij maken plaats en tijd.

Een simpele duim op haar tepel verandert de wereld
Van deze volksbuurt in een kamer zonder pijn,

Een bed waaronder twee paar tranen samen slapen
Met afgelopen schoenen. Geluk heeft geen contour.

Langzaam vrijen is ook dat ronde kruispunt beneden.
Daar lopen mensen zoals wij van hen te dromen.


LEONARD NOLENS

POEZIE-MAIL 1

.

Zoals dit eiland van de meeuwen
is en de meeuwen van hun krijsen
en hun krijsen van de wind
en de wind van niemand,

zo is dit eiland van de meeuwen
en de meeuwen van hun krijsen
en hun krijsen van de wind
en de wind van niemand


HERMAN DE CONINCK