zondag 24 augustus 2008

POEZIE-MAIL 33

Vertraag
Vertraag
Vertraag je stap

Stap trager dan je hartslag vraagt

Verlangzaam
Verlangzaam
Verlangzaam je verlangen
En verdwijn met mate.

Neem niet je tijd
En laat de tijd je nemen
Laat


LEONARD NOLENS

POEZIE-MAIL 32


Ik ben niet ik

Ik ben niet ik,
Ik ben
diegene die aan mijn zijde gaat zonder dat ik hem zie,
die ik, soms, bezoek
en die ik, soms, vergeet.
Hij, die zwijgt, kalm, wanneer ik spreek,
die vergeeft, zachtmoedig, wanneer ik haat,
die gaat waar ik niet kom,
die overeind zal blijven wanneer ik sterf.

JUAN RAMÓN JIMÉNEZ

POEZIE-MAIL 31


Door de stilte heen

Al dagenlang probeer ik door de stilte
heen te luisteren, - de bloemen hier
op tafel voor mij zijn zo open, willen
spreken, maar ik kan ze nog niet
verstaan, - nog te veel dag is binnen
mij nagebleven, nog te veel te zien
van vervalste kleuren, botte dingen,
ik heb nog geen eigen lichtverschiet.

Zo stil worden dat uit zwijgen woorden
bloeien van over de grens van leven
heen, een enkele stem, een enkele vraag,
en daarop dan niet angstig voor de
aandacht van de bloemen antwoord geven,
één eigen woord, - ik hoop dat ik het waag.

GABRIEL SMIT

POEZIE-MAIL 30

.

Doch wie de dichter kennen wil
Moet raden wat verborgen pijn
Hem zo geduldig en zo stil
Doet buigen voor de vreemde gril
Der woorden, die zijn dienaars zijn.


ANTON VAN DUINKERKEN

donderdag 14 februari 2008

POEZIE-MAIL 29


De lenige liefde

Je truitjes en je witte en rode
sjaals en je kousen en je slipjes
(met liefde gemaakt, zei de reclame)
en je brassières (er steekt poëzie in
die dingen, vooral als jij ze draagt)
-ze slingeren rond in dit gedicht
als op je kamer.

Kom er maar in, lezer, maak het je
gemakkelijk, struikel niet over de
zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen, gaat u zitten.

(Intussen zoenen wij even in deze
zin tussen haakjes, zo ziet de lezer
ons niet.) Hoe vindt u het,
dit is een raam om naar de werkelijkheid
te kijken, alles wat u daar ziet
bestaat. Is het niet allemaal
als in een gedicht?


HERMAN DE CONINCK

POEZIE-MAIL 28


Liefde

De lucht ligt als een blok op het land,
onzichtbaar en massief.

Je gaat gekleed in de kleur van je haar,
in je ogen, je passen en je woorden.
Je bent hier en elders. Ik draag je me na

en huiver. Je bent te groot misschien,
of te dichtbij. Je onbereikbaarheid
is onvergeeflijk. Kon ik een vogel zijn –

maar de nauwkeurigheid ontbreekt me
zoals het vertrouwen. Ik kijk naar je

en huiver. Spreek me aan, want ik zwijg,
verdraag mijn wurggreep, verdraag
de onbeholpenheid, verdraag mij, liefde


MARK BOOG

woensdag 23 januari 2008

POEZIE-MAIL 27


Dit menszijn is een pension

Dit menszijn is een pension
Iedere morgen een nieuwkomer

Een vreugde, een depressie, een slechte bui,
Er daagt even een bewustzijn
Als een onverwachte bezoeker.

Verwelkom hen allen en bied hen een gastvrij onthaal!
Ook al zijn zij een drom smarten
Die met geweld alle meubels plunderen uit je huis.

Behandel toch elke gast met respect.
Misschien haalt hij je leeg
Voor een nieuw genoegen.

De sombere gedachte, de schaamte, het venijn,
Begroet hen lachend bij de deur
En nood hen binnen.

Wees dankbaar voor wie er maar komt,
Want ieder wordt gestuurd
Als gids uit het onbekende.


JALALUDDIN RUMI

zondag 13 januari 2008

POEZIE-MAIL 26

.

Leven
op zichzelf en vrij
als een boom
en als een bos
zo broederlijk
dat is ons verlangen

NAZIM HIKMET